De horeca is weer open en ik ben even mijn studio uit gevlucht. Ik wilde nog wat schrijven aan een sollicitatiebrief, maar ben na een dag binnen de inspiratie een beetje kwijt. Dus ben ik naar de stad gefietst voor wat levendigheid en mensen om me heen. Ik besluit ergens een kopje koffie te drinken en hier verder te gaan met schrijven (lees: typen). De keuze wordt er niet makkelijker op, want er zijn genóég horecazaakjes in Utrecht waar je koffie kunt drinken en kan gaan zitten "laptoppen". Het is volgens mij ook een typisch stads-verschijnsel. Druk typende yuppen of studenten in een klein, knus horecazaakje waar muziek en koffiegeluiden je sfeer geven. Als je het kent, snap je precies wat ik bedoel. Een koffietentje.
Ik heb een café latte besteld, ook wel een koffie verkeerd genoemd. Oftewel koffie met warme melk. Er werd door de serveerster nog geïnformeerd of ik die misschien met haver- of sojamelk wilde. Of kokosmelk, die was wel wat duurder. 'Doe maar koemelk, dankje' antwoord ik haar. Op dit soort momenten voel ik me altijd een enorme stadse millenial en moet ik denken aan mijn ouders thuis. Daar kun je een sterke bak zwarte filterkoffie krijgen. Gewoon koffie, met (koffie)melk of suiker. In mijn oude studentenhuis zette ik een keer koffie voor de vader van een huisgenoot, met mijn eigen semi-goedkope filterapparaat en hij glimlachte verrast toen hij dat zag, 'ah joh, slow-coffee!'. Uh ja, zo kun je het ook noemen. Klinkt het ineens hip.
Omdat ik me er zelf toch altijd wat ongemakkelijk bij voel, vroeg ik vandaag bij binnenkomst maar even na of ik er wel met mijn laptop kon zitten. Je kunt ook niet meer in alle koffietentjes zomaar ergens gaan zitten, steeds vaker zijn er regels over of, hoe laat en waar je met je laptopje mag zitten. En ik geef ze groot gelijk. Als ik over mijn scherm aan het speciale laptoptafeltje kijk, heb ik uitzicht over de rest van de zaak. Ik zie aan een andere tafel een ouder echtpaar zitten die, zo begrijp ik uit de woordenwisseling met de eigenaar, langs komen voor hun wekelijkse kopje koffie. Er komt ook een vrouw binnen gelopen. Als ze doorloopt naar de bar hoop ik maar voor d'r dat ze niet ook zal vragen naar het speciale laptoptafeltje. Die is er namelijk maar één en houd ik momenteel bezet. Maar ze gaat ergens anders zitten en wacht tot, zo begrijp ik later uit hun gesprekken, haar dochter bij haar komt zitten. Weer even later komen binnen vijf minuten twee studenten na elkaar aan de bar staan om 'een kleine cappu to go' te bestellen. Klinkt ook hip.
Je vraagt je misschien af of ik me wel kan concentreren op zo'n plek met al die geluiden, in en uit lopende mensen en een serveerster die om de zoveel tijd komt vragen of ik nog wat wil drinken. Maar tevreden loop ik na twee uurtjes weer naar buiten. Ik bots bijna op tegen een oude meneer die voor de deur op zijn rollator zit te genieten met een bekertje koffie in zijn hand. Hij knikt naar me als ik langs hem loop en hem een fijne dag wens. Ik moet glimlachen. Ja het is wat al die koffietentjes. Maar er komen een hoop verhalen samen en even waande ik me in een gezellige huiskamer. Ik heb weer genoten van mijn latte en plakje bananenbrood, loop naar mijn fiets en ga met nieuwe energie weer terug naar huis.
Reactie plaatsen
Reacties
Weer mooi geschreven Roos. 😊